Oefen je grammatica voor de toets Unit 4 klas 1 blue label (t)/havo/vwo

Oefenen met de simple present (I go, he goes) in een bevestigende zin

  • oefening 1: multiple choice met de simple present
  • oefening 2: invuloefening met de simple present
  • oefening 3: multiple choice met de vormen van de simple present (go of goes)

Oefenen met ja/nee vragen (do you go? en does he go?)

  • oefening 1: ja/nee vragen maken met to do in de Simple Present
  • oefening 2: ja/nee vragen maken met to do  in de Simple Present

Oefenen met do en does

Oefenen met werkwoorden in bevestigende, vragende en ontkennende zinnen in de Simple Present (He goes, He doesn’t go, Does he go?)

  • oefening 1: invuloefeningen met bevestigende zinnen in de Simple Present (elementary)
  • oefening 2: verschillende oefeningen met de Simple Present
  • oefening 3: verschillende oefeningen met de Simple Present

Oefenen met to be going to

  • oefening 1: invuloefening met to be going to in een bevestigende zin
  • oefening 2: invuloefening met to be going to in een ontkennende zin
  • oefening 3: invuloefening met to be going to in een bevestigende, ontkennende en vragende zinnen
  • oefening 4: invuloefening met to be going to in een bevestigende, ontkennende en vragende zinnen

Oefenen met korte antwoorden (Are you tired? Yes, I am / No, I’m not)

  • oefening 1: invuloefening met de tegenwoordige tijd van have 
  • oefening 2: invuloefening met de tegenwoordige tijd van be
  • oefening 3: invuloefening met de tegenwoordige tijd van can
  • oefening 4: invuloefening met de tegenwoordige tijd van be, have, do en can
  • oefening 5: invuloefening met de tegenwoordige tijd van be, have, do en can
  • oefening 6: invuloefening met de tegenwoordige tijd van be, have en can

Oefenen met de gebiedende wijs (Go en Don’t go)

Oefenen met some en any

  • oefening 1: invuloefening met some en any
  • oefening 2: multiple choice oefening met some en any
  • oefening 3: multiple choice oefening met some en any
  • oefening 4: multiple choice oefening met some en any
  • oefening 5: multiple choice oefening met some en any

Oefenen met de plaats van het bijwoord dat aangeeft hoe vaak iets gebeurt (frequentie) zoals always, never, usually, still, etc

  • oefening 1: herschrijf zinnen met het bijwoord op de juiste plek
  • oefening 2: drie invuloefeningen: herschrijf zinnen met de bijwoord op de juiste plek, verbeter foute zinnen en plaats woorden in de juiste volgorde.
  • oefening 3: twee invuloefeningen: plaats de bijwoorden op volgorde van frequentie (hoe vaak iets voorkomt) en herschrijf zinnen met de bijwoord op de juiste plek
  • oefening 4: multiple choice oefening met bijwoorden van frequentie

Oefen je woordjes met de gecontroleerde WRTS-lijsten van ThiemeMeulenhoff.