Oefen je grammatica voor de toets Unit 6 klas 3 blue label
Oefenen met de simple past (he went) en de past continuous (he was going)
- oefening 1: invuloefening met de simple past en de past continuous
- oefening 2: invuloefening met de simple past en de past continuous
- oefening 3: invuloefening met de simple past en de past continuous
- oefening 4: invuloefening met de simple past en de past continuous
Oefenen met had better + hele werkwoord, would rather + hele werkwoord en should + hele werkwoord
- oefening 1: invuloefening met had better en would rather
- oefening 2: multiple choice oefening met had better en would rather
- oefening 3: multiple choice oefening met had better en would rather
- oefening 4: multiple choice oefening met had better en would rather
- oefening 5: invuloefening met had better en should/ought to
Oefenen met used to + hele werkwoord in bevestigende zinnen
- oefening 1: invuloefening met used to
- oefening 2: invuloefening met would + heel werkwoord en used + heel werkwoord
- oefening 3: invuloefening met used to
Oefenen met de tag-question in de tegenwoordige en verleden tijd
(He is going, isn’t he? He isn’t going, is he? He was going, wasn’t he? He wasn’t going, was he?)
- oefening 1: invuloefening met de tag van be, do, have en can
- oefening 2: invuloefening met de tag van be, have, do, will/shall
- oefening 3: invuloefening met de tag van be, have, do, will/shall
- oefening 4: invuloefening met de tag van be, can, have, do, must, will/shall
- oefening 5: invuloefening met de tag van be, can, do, will/shall
Oefenen met de gerund (going)
- oefening 1: invuloefening met de vorm van de gerund
- oefening 2: invuloefening met de vorm van de gerund
- oefening 3: multiple choice met de gerund
- oefening 4: invuloefening met de gerund
- oefening 5: invuloefening met de gerund
- oefening 6: invuloefening met de gerund als onderwerp
Oefenen met wederkerende voornaamwoorden of reflexive pronouns (myself, yourself, himself, herself, itself, ourselves, yourselves, themselves)
- oefening 1: invuloefening met myself, etc.
- oefening 2: invuloefening met myself, etc.
- oefening 3: invuloefening met myself, etc.
- oefening 4: invuloefening met myself, etc.
- oefening 5: invuloefening met myself, etc.
Oefen je woordjes met de gecontroleerde WRTS-lijsten van ThiemeMeulenhoff.
Oefen je zinnen met de ongecontroleerd lijsten van Woordjesleren.