vorm en gebruik

a en an zijn onbepaalde lidwoorden. In het Engels gebruik je a of an afhankelijk of het woord erna qua uitspraak begint met een klinker (a, e, i, o, u) of een medeklinker (alle andere letters).

  • Gebruik a wanneer het daaropvolgende woord begint met een medeklinkerklank: a car, a dog, a unit
  • Gebruik an wanneer het daaropvolgende woord begint met een klinkerklank: an apple, an hour, an honest person

Hoewel ‘unit’ met de klinker ‘u’ begint, hoor je de medeklinker ‘j’, dus wordt a gebruikt.
Hoewel ‘hour’ en ‘honest’ met de medeklinker ‘h’ beginnen, hoor je de klinker ‘o’, dus wordt an gebruikt.

oefeningen met Engelse lidwoorden

A of AN

  • oefening 1: drie oefeningen met a en an
  • oefening 2: invuloefening met a en an
  • oefening 3: invuloefening met a en an
  • oefening 4: invuloefening met a en an
  • oefening 5: multiple choice oefening met a en an
  • oefening 6: maak het verhaal compleet door a en an correct in te vullen
  • oefening 7: maak het verhaal compleet door a en an correct in te vullen

A/AN, THE of geen lidwoord

  • oefening 1: invuloefening met lidwoorden: a / an, the of geen lidwoord
  • oefening 2: invuloefening met lidwoorden: a / an, the of geen lidwoord
  • oefening 3: multiple choice oefening met lidwoorden: a / an, the of geen lidwoord
  • oefening 4: multiple choice oefening met lidwoorden: a / an, the of geen lidwoord
  • oefening 5: een aantal multiple choice oefeningen met  lidwoorden: a / an, the of geen lidwoord
  • oefening 6: multiple choice oefening met lidwoorden: a / an, the of geen lidwoord
  • oefening 7: twee multiple choice oefeningen met  lidwoorden: the of geen lidwoord
  • oefening 8: invuloefening met lidwoorden: a / an of the
  • oefening 9: invuloefening met lidwoorden: a / an, the of geen lidwoord
  • oefening 10: multiple choice oefening met lidwoorden: a / an, the of geen lidwoord
  • oefening 11: multiple choice oefening met lidwoorden: a / an, the of geen lidwoord

THE of geen bepaald lidwoord (bij geografische namen en eigennamen)

  • oefening 1: multiple choice oefening met geografische namen en het bepaald lidwoord
  • oefening 2: multiple choice oefening met geografische namen en het bepaald lidwoord
  • oefening 3: multiple choice over het gebruik van the bij geografische namen
  • oefening 4: invuloefening met geografische namen en het bepaald lidwoord
  • oefening 5: invuloefening met geografische namen en het bepaald lidwoord
  • oefening 6: invuloefening met geografische namen en het bepaald lidwoord
  • oefening 7: multiple choice oefening met the bij eigennamen en geografische benamingen
  • oefening 8: multiple choice oefening met the bij eigennamen en geografische benamingen

THE of geen bepaald lidwoord (algemene versus specifieke betekenis)

  • oefening 1: invuloefening met the of geen bepaald lidwoord

het gebruik van THE of geen bepaald lidwoord (alles door elkaar)

  • oefening 1: invuloefening met the of geen bepaald lidwoord
  • oefening 2: multiple choice met the of geen bepaald lidwoord
  • oefening 3: invuloefening met the of geen bepaald lidwoord